Kleuren en temperaturen van sterren

Kleuren van sterren

Kleuren van sterren? Een ster is toch gewoon wit? Nee dus, sterren kunnen inderdaad wit van kleur zijn, maar ook rood of geel of blauw. De kleur wordt bepaald door de temperatuur van de ster.  

Dat sterren verschillende kleuren kunnen hebben is al heel lang bekend, maar tot twee eeuwen geleden wisten wetenschappers niet wat de oorzaak daarvan was. Dat veranderde met de ontwikkeling in kennis in materie. En dan vooral wat temperaturen met materie kunnen doen. Het principe erachter is vrij simpel: Hoe dichter de massa van een ster, hoe heter de ster. Deze sterren branden zichzelf echter ook sneller op, waardoor de levensverwachting van een hete ster een stuk korter is dan die van de koelere sterren.

Je kunt het vergelijken met een staaf ijzer die je in het vuur houdt. Als deze heet wordt, wordt hij rood van kleur. Wordt hij nog heter, dan wordt hij geel, dan wit en tenslotte blauw. Denk maar aan de uitdrukking ‘witheet zijn’: als iets echt heet wordt, dan wordt het wit/blauwachtig van kleur. Sterren met een lage temperatuur zijn dan ook rood van kleur. Daarna verandert het kleurenspectrum van rood naar oranje – geel – wit – blauwwit – naar blauw: de hete sterren.

temperaturen van sterren

ESO, Henri Boffin, CC BY 4.0, via Wikimedia Commons

Door ESO, Henri Boffin [CC BY 4.0 (http://creativecommons.org/licenses/by/4.0)], via Wikimedia Commons

Verschillende temperaturen

Als we het over koele sterren hebben dan hebben we het over oppervlaktetemperaturen van minder dan 3.500 graden Kelvin. Dit komt overeen met ongeveer 3.227 graden Celsius. Dit loopt vervolgens op naar temperaturen van tussen 30.000 en 60.000 graden Kelvin (tussen de 29.767 en 59.727 graden Celsius) voor de hete, blauwe sterren. De wit/gele sterren (in het midden van de temperatuurschaal) hebben een temperatuur van rond de 7.000 graden Kelvin (6727 graden Celsius). Onze zon is een voorbeeld van zo’n gele ster. Op het oppervlakte van de zon is de temperatuur meer dan 6.000 graden Kelvin.

OBAFGKM

Astronomen delen sterren zelfs in op basis van hun oppervlaktetemperatuur. Zij kennen de volgende ster- (of spectraal-) types: O, B, A, F, G, K, M. De O-sterren zijn het heetst, dit zijn dus de blauwachtig sterren. De M-sterren, de rode sterren, zijn het koelst. Daartussen in veranderen de sterren van B naar G van blauw, wit, geel naar oranje van kleur. In de astronomie gebruiken ze dit geheugensteuntje om de volgorde te onthouden: Oh Be A Fine Girl/Guy Kiss Me (kies Girl of Guy naar eigen voorkeur).

Kan ik die verschillende kleuren zien?

Jazeker! Soms zelfs met het blote oog, maar zeker als je een tijdje met een verrekijker de hemel afspeurt, dan zul je zelf zien dat de sterren echt niet allemaal wit zijn. De rode sterren zijn vaak het duidelijkst te zien, maar als je goed blijft kijken kun je ook de andere kleuren onderscheiden. Dus zoek vanavond eens niet alleen naar de Grote en Kleine Beer, maar kijk ook eens hoeveel verschillende kleuren je kunt vinden in de sterren.